Historisch onderzoek
Het ontstaan van Veghel.
Uit de grote hoeveelheid vuursteen is gebleken dat Veghel vanaf de Steentijd bewoond is geweest. Eerst door jagers en verzamelaars, later ging men zich vestigen. Dit was het begin van het boerenleven in kleine gemeenschappen langs de Aa. In Veghel zijn ook grafsheuvels en urnenvelden gevonden.
Ook zijn er plattegronden van ijzertijdsbewoning gevonden o.a. op de Scheifelaar in 1982 en 2010 en op de Bolken in 2008 maar er zijn ook resten gevonden van bewoning in de Romeinse tijd.
In de 7e eeuw vestigden zich vrije Frankische boeren in onze streken meestal aan een driehoekig plein, of ‘plaatse’. Dat wil overigens niet eggen, dat alle driehoekige pleinen dus vroeg-middeleeuws zijn. Tot 1100 is er weinig bekend, maar van 1100 tot 1231 hoorde Veghel bij het graafschap Rode en vanaf 1231 hoorde Veghel tot het Hertogdom Brabant.
We mogen concluderen dat de hertog van Brabant ergens tussen omstreeks 1230 en 1300 in Veghel 40 bunder van de gemene gronden uitgaf aan een persoon buiten Veghel. Een uitgifte in de tweede helft van de dertiende eeuw past wel in de geografie van Veghel. De oudste Middeleeuwse bewoning bevond zich waarschijnlijk op de hoger gelegen gronden langs de Aa, b.v. op het havelt en Ham. Tussen 1000 en 1300 werden steeds meer ontginningen aangepakt. Grote regelmatig gevormde percelen gelegen in drassige delen in Veghel, zoals de Poederveldse Hoeve.
De hertog van Brabant had in Veghel de volgende leengoederen
- De Poederveldse Hoeve
- De Baecxhoeve
- De Overakker
- Het goed Over Aa
- Het leengoed Havelt en Lankveld
- Het goed Eerde
- De heerlijkheid Veghel en Erp
Gerlach Cnode genaamd van den Bossche, Ridder en familie lid van een belangrijke familie Cnode uit ’s-Hertogenbosch bezat vele goederen in Veghel en Erp.
Uit het Oorkonden Noord-Brabant 694-1312
1281 september 15: Jan van Hildeberge, rentmeester van Brabant, geeft Gerlach Cnode, poorter van ’s-Hertogenbosch, voor 3 schelling Leuvens enige stukken land o.a. een erf in Veghel in erfpacht.
6 januari 1303
“in epiphania Domini”
Johannes [II], hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, oorkondt dat hij aan Gheerlacus de Buscodicus [‘s‑Hertogenbosch], ridder, neef van wijlen Willem van Horne en Altena, vrijheid heeft verleend van beden, heervaart en andere diensten voor diens hoevenaren op goederen te Erp [Erpe], te Vechele [Veghel] genaamd ten Bogharde, te Hetsrode, in het kerspel Oerschout [Oirschot], goederen te Hildeware beke [Hilvarenbeek], te Ghestel [Moergestel], in het kerspel van Oestilborch [Oost-Tilburg/Oisterwijk], bij ten Bigharde en te Karlichoven, in het kerspel van Haren bij Oesterwych, te Endehove [Eindhoven] en Aemerlaer, Berkele [Berkel], in Udenhout, in Hynen, in Brugghein in het kerspel van Rosmale, in het kerspel van Osse, een goed genaamd Enghelant, een goed genaamd ter Donc, goederen in het kerspel van Beerleken [Berlicum], hoeven genaamd die Hauthert onder Middelrode.
J. Stoel: Oorkondenboek Archief Kasteel Arcen deel 1 1303-1450. Cahiers Hist. Werkgroep Arcen-Lom-Velden nr. 13, blz. 16-18. Bron bevat volledige latijnse tekst; bovenstaand regest onder voorbehoud.
De ouders van Gerlach Cnode ook van den Bossche genoemd waren Willem Cnode Heer van ’s-Hertogenbosch en Magaretha van Horne. Zijn tante was Hillen Wellen Cnode gehuwd met Rover van Aenscot van Rode. Dit was het begin van het geslacht Rover.
Gerlach Cnode was gehuwd met Aleijd van Heusden en met Yda van Arkel, hij overleed in 1306.
Zijn zoon Willem Cnode van den Bossche, Ridder was Heer van Erpe gehuwd met Elisabeth (Lijsbeth) van Boxtel.
Uit de toponiemenboek van W. Cornelissen.
In bonis suis in Veehele dietis ten bomgarde [PGS (1334)]; huis, hofstad en hof geheten ten boghart in Veehel (vroeger van jhr. Willem v.d. Bossehe, ridder) tussen een straat en de egelkolkse beemd
606. ARAB, Leenhof van Brabant 9, f CIII1.
overleden ridder Willem van den Bossche, heer van Erpv an Moergestel. Zij waren eigenaars geweest van de oude Beekse tienden.601
Willem van den Bossche602 stichtte het Bossche clarissenklooster.
Hij was gehuwd met Lijsbeth van Boxtel, maar
bleef kinderloos. In zijn testament van 1335 bepaalde hij dat
de van zijn voorouders de Cnodelingen gekomen goederen
moesten worden verdeeld in gelijke porties tussen;
- Geerling Cnode alias Goede Geerling,
- de kinderen van wijlen heer Dirck Rover en diens broer wijlen Edmond Rover,
- de kinderen van ridder Jan Cock van Ynen (Hyngen) Jan Cnode ook Cock genoemd was halfbroer van Willem Cnode,
- Jan van Tuyl, beneficiant van de kerk van Wanssem.
Legaten gingen onder anderen naar Jan de Rover en zijn
broers.
Na het overlijden van Willem Cnode van den Bossche in 1344 was het grondgewincijnsboek overgegaan op Geerlacus Rover zoon van Dirk Hoogschout van Den Bosch.
Ook Dirk de Rover schepen van Den Bosch zoon van Edmond Rover verkreeg goederen, hij was gehuwd met Cunegonda Jan van Arkel en Elisabeth van Erpe Keldonk.
Heilwig Geerling Cnode kleindochter van Gerlach Cnode, erfdochter van het huis van Warrenberg gehuwd met Goyart, Goyartszn. van Erpe, genaamd van Middegael
Kasteel Frisselstein is begonnen met een 14e eeuwse woontoren en tussen 1450 en 1478 tot kasteel verbouwd.
HEREN VAN VEGHEL EN ERP
- Goyart Goyartszn. Van Erpe Heer van Veghel en Erp gehuwd met Adriana Pieck. Hij was in bezit van vele goederen o.a. Keysboom in Gemert, Overakker en Frisselstein in Veghel.
- Walravan/ Walram van Erp Heer van Veghel en Erp 1440-1525 gehuwd met Maria van Bronchorst en met Ludgardis Berwouts. Walraven is bekend van zijn grafzerk in de Veghelse kerk.
- Walraven II van Erp Heer van Veghel en Erp overl.27 mei 1548 gehuwd met Jeanne van Erp ongetwijfeld dochter van Jan van Erp en Hildegonde van Heym.
- Walraven III van Erp Heer van Veghel en Erp gehuwd met Catharina van Brecht hij was Heer sinds 27 oktober 1566. In 1569 kon hij de verwoesting van Frisselstein voorkomen door het betalen van een afkoopsom. Hij overleed op 6 november 1611, ongeveer 83 jaar oud.
- Walraven IV van Erp Heer van Veghel en Erp gehuwd met Jeanne van Holtmeulen
- Jan van Erp Heer van Veghel en Erp gesneuveld bij de belegering van Leuven, in 1635 gehuwd met Maria van Vladeracken.
- Walraven VI van Erp Heer van Veghel en Erp gehuwd met Adriana Geertruida van Doorne. Gedurende zijn tijd kwam er een einde aan de heerlijkheid (in 1648). In 1642 al loste Walraven de leensom af. Hij stierf in 1676. Hij had slechts een dochter Johanna (Jenne) Philippina die op 1 oktober 1721 stierf. Zij was gehuwd met Albert Ferdinand Graaf aan Berlo.